Er kunnen twee soorten reacties van medeleerlingen zijn, die zelfs doorelkaar kunnen voorkomen. 

1. De andere leerlingen zijn bang voor dit kind en mijden het zo veel mogelijk. 
2. De andere leerlingen vinden het gedrag stiekem wel stoer en trekken zich naar de leerling met ODD toe en tegen jou.

Leerlingen willen bij de stoere leerling met ODD horen, dit is deels gebaseerd op angst slachtoffer te worden van dit kind en deels gebaseerd op het stoere gedrag tegen de leerkracht. Wanneer de leerling met ODD een 'leider' is in de groep kan het de hele klas meekrijgen in het verkeerde gedrag. Je moet dan volgens Horeweg (z.j.) heel sterk inzetten op de relatie met deze leerling, zodat zijn gedrag redelijk binnen de perken gehouden kan worden. 

Hieronder een aantal tips wat je kunt vertellen en doen in een klas met een leerling met ODD en wat u bespreekt met de medeleerlingen (Horeweg, z.j.):

• Vertel als leerkracht over ODD of laat de leerling zelf vertellen of vertel samen. Dit kunt u in overleg met de leerling of de ouders doen, dit is afhankelijk van de leeftijd. De video onderaan de pagina zou u in de klas kunnen laten zien. Het lied komt uit de film Brammetje Baas. Het gaat over een jongetje dat altijd druk is. Hij wiebelt met zijn benen, gooit glazen limonade om en kan zijn hoofd niet goed bij de les houden. De meester op school vindt dat maar lastig en wordt vaak boos op Brammetje. Je kan laten zien dat iedereen anders is maar dat er ook altijd positieve kanten bij iemand te vinden zijn. 
• Gebruik de groep ook om de leerling te helpen, bespreek dat de één hulp nodig heeft bij taal en de ander misschien bij zijn boosheid. Het is soms mogelijk de groep zover te krijgen, dat ze het gedrag niet aanmoedigen, maar proberen af te remmen. Dit kan door bijvoorbeeld niet te reageren op de woede uitbarsting, door meteen de leerkracht te roepen, enz. Vermijd machtsstrijd in de klas, waarbij het kind met ODD altijd de morele winnaar zal zijn in de ogen van de andere kinderen.
• Vertel over de time-out plek, en de aparte afspraken, en vertel erbij dat dit allemaal is om hem te helpen.
• Medeleerlingen uitleggen wat ze moeten doen als een situatie escaleert, omdat de leerling bijv. agressief is (zie Leerlingen met ODD in de klas).
• Zorg voor een positief klimaat, waarbij de verantwoording voor de leerling met ODD óók bij de rest van de groep ligt. Zij kunnen hem uitlokken, maar ze kunnen hem ook helpen. Die keuze kun je de klas uitleggen.
• In de klas kan agressie besproken worden doormiddel van rollenspel. Zo kan de leerling zich bewust worden van zijn eigen gedrag en de keuzes die hij maakt. Als het gedrag van de leerling verbetert, vertel hem dit dan ook en laat medeleerlingen ook complimentjes geven aan elkaar. 
• Triggers zijn situaties die een bepaalde reactie uitlokken. Iedereen heeft bepaalde triggers. Als de triggers voor het kind met ODD/CD bekend zijn, kan misschien voorkomen worden dat de leerling ze tegenkomt en dus ontploft. Het gaat bijvoorbeeld om belemmeringen door anderen, stress (bijvoorbeeld voor een repetitie), nieuwe situaties, pesten en uitdagen.