De leerling kan er weinig aan doen dat het ODD heeft, maar het kan wel leren omgaan met deze stoornis.

• Het is dus belangrijk de leerling medeverantwoordelijk te maken voor zijn gedrag. Een manier zou kunnen zijn de leerling de gevolgen van zijn gedrag te laten zien en hem dan eventuele schade zelf te laten verhelpen.
• Maakt u plannen, spreek ze dan óók door met het kind. Praat mét hem, niet alleen óver hem. Samen bespreekt u met de leerling wat helpt.
• Maak de leerling bewust van zijn eigen gedrag en de keuzes die het hiervoor maakt. “Hoe zou jij het vinden als..”, ”Wat zou jezelf doen als iemand…”. Geef de leerling geen kans de schuld te leggen bij “anderen” of de omstandigheden. Maak de leerling dus zelf medeverantwoordelijk voor het gedrag. Ook al kan de leerling er niet alles aan doen, het moet toch leren omgaan met deze stoornis.
• In de klas kan agressie besproken worden door rollenspel. Zo kan de leerling zich bewust worden van zijn eigen gedrag en de keuzes die hij maakt. Als het gedrag van de leerling verbetert, laat het hem dan ook weten.
• Gebruik eventueel een beloningssysteem. Spreek met de leerling af wat het leuk vindt om te doen.
• Als de leerling over de schreef gaat, zet het dan op een vaste time-out plek zonder er veel woorden aan vuil te maken. Leg alleen kort en zakelijk uit waarom dit moet en wat de leerling beter had kunnen doen. Oefen met een ”time-out”, leer hem zich terug te trekken uit conflictsituaties.
• Geef mogelijkheden aan de leerling om op een sociaal acceptabele manier indruk te maken. Bijvoorbeeld via sport, muziek, toneel, enz. 

(Horeweg, z.j.)